Wie of wat is de Knillispoort?
Knillispoort biedt ruimte aan uiteenlopende kleinschalige evenementen. Uitgangspunten hierbij zijn: drempelloosheid, veelkleurigheid, engagement, debat, cultuur en ontmoeting. Knillispoort is een vrijwilligersinitiatief en organiseert zelf activiteiten maar biedt ook ruimte aan derden om de accommodatie in te zetten voor zelf-georganiseerde evenementen.
Door de jaren heen ontstonden in en rond de Knillispoort tal van initiatieven zoals: Geen cement in de Gement, Sint-Jansdag, Popronde, kunsttentoonstellingen en de cursus Boschlogie. Ter gelegenheid van 800 jaar ’s-Hertogenbosch werd in 1985 het door Antoine Jacobs geschreven toneelstuk De winterrepubliek in de buitenlucht opgevoerd.
In 2015 ging Achter de Poort van start, de culturele salon van de Knillispoort. Spraakmakende boekbesprekingen, bijzondere optredens en schurende debatten die iets in beweging brengen wisselen elkaaraf.
Knillispoort, ook voor u
Bekijk op deze website of er ook mogelijkheden zij voor u of uw organisatie.
Let wel, Buiten carnaval is de Knillispoort geen feestzaal. Een hapje en drankje is uiteraard wel mogelijk, maar de nadruk ligt op (culturele) evenementen, vergaderingen en bijeenkomsten.
Voor vragen kunt u altijd mailen
NIEUWS
Bossche Popronde op 6 oktober ook in Knillispoort

Inge Lamboo
Knillispoort is op 6 oktober aanstaande het toneel van de Popronde, die dan in de Bossche binnenstad op het programma staat. Op een groot aantal podia treden tal van artiesten op. In Knillispoort kun je genieten van drie prima optredens. Seewolf bijt om 19:30 uur het spits af. Inge Lamboo volgt om 21:00 uur. De afsluiter met Minor Citizen begint omstreeks 22:45 uur.
Wij denken dat het een leuk en gevarieerd programma is. En het leukste van allemaal, de toegang is geheel gratis.
Meer info over de Bossche Popronde vind je HIER.
Kom je ook?
Leonardus van Vechel, de enige echte Heilige Bosschenaar
De Bossche stadsgids Geert Kilwinger houdt op zaterdag 10 juni (14.00 uur) in de Knillispoort een uitgebreid verhaal over Pastoor Leonardus van Vechel (1527-1572), de enige heilig verklaarde Bosschenaar. Ook bekend als één van de martelaren van Gorcum.
Van Vechel werd in 1572 door de geuzen in Den Briel gemarteld en opgehangen en ruim een eeuw later met achttien andere martelaren van Gorcum door Rome tot heilig verklaard. Pastoor Leonardus van Vechel (1527-1572) is na zijn marteldood op 9 juli 1572 niet vergeten. Hij was naast achttien andere geestelijken een van de martelaren van Gorcum. In zijn geboortestad ’s-Hertogenbosch zijn veel beelden en schilderijen aan deze enige echte Heilige Bosschenaar gewijd.
In 1675 werden de Martelaren van Gorcum collectief zalig verklaard en bijna twee eeuwen later volgde de heiligverklaring. Wie was deze Heilige Bosschenaar? Waarom werd hij een van de martelaren van Gorcum? Hoe heeft zich de herdenking van deze martelaren zo’n 450 jaar ontwikkeld? Was Leonard in ’s-Hertogenbosch een volksheilige? Geert Kilwinger vertelt over het leven van Leonard, een zoon van de kaarsenmaker Goyard van Vechel uit de Postelstraat. Hoe deze jongen in Leuven filosofie en letteren ging studeren en daarna theologie aan het Pauscollege.
Priester Leonard van Vechel werd in 1556 een jonge pastoor in Gorcum die daar de strijd voerde tegen het calvinisme. In juni 1572 trokken zich een aantal geestelijken en katholieke burgers terug in het kasteel van Gorcum. Ze wilden de oprukkende watergeuzen ontvluchten. Na hun overgave werden ze als gevangenen per schip naar Den Briel gebracht. Daar werden ze mishandeld en opgesloten. In de nacht van 8 op 9 juli werden de negentien geestelijken van Gorcum opgehangen. Kilwinger besteedt na de pauze aandacht aan de zaligverklaring en heiligverklaring. Hij laat een aantal minder bekende kunstwerken en triptieken zien. Het programma eindigt omstreeks 16.00u.
Over de inleider
Geert Kilwinger (1956) is al jaren als stadsgids in ’s-Hertogenbosch actief. Hij groeide op in de vestingstad Woudrichem en was in zijn studententijd gids op slot Loevestein. Geert heeft een bijzondere belangstelling voor de historische driehoek Woudrichem-Loevestein- Gorinchem. Niet vreemd, want zijn moeder kwam uit Gorcum en zijn vader uit Woerkom. In 2022 stelde hij een interessant artikel samen over de herdenking na 450 jaar van Leonardus van Vechel, een van de martelaren van Gorcum uit 1572.
Toon Rekkers maakte onderstaand promofilmpje.
De lezing vindt plaats in de Knillispoort op zaterdagmiddag 10 juni aanstaande. Aanvang 14.00 uur. In verband met de organisatie vragen wij u zich vooraf aan te melden via achterdenpoort@gmail.com. De entreeprijs is vijf euro. Dat is inclusief koffie/thee en een plak cake. Donateurs van de Knillispoort hebben gratis toegang.
Vluchtelingen in Uden en ‘s-Hertogenbosch 1914-1918

Belgische vluchtelingen aan de gezamenlijke maaltijd in Uden.
Oorlogsvluchtelingen uit Oekraïne worden nu overal opgevangen. Meer dan een eeuw geleden waren dat Belgische en Oostenrijkse vluchtelingen. De oud-burgemeester van Uden, Henk Hellegers, kenner van vluchtoord Uden en auteur van het boek ‘Van heidegrond tot vluchtoord Uden’ en en de Bossche historicus Tom Sas, die een belangrijk aandeel had in het boek ‘s-Hertogenbosch en de Eerste Wereldoorlog’ komen in de Knillispoort vertellen over de vluchtelingenproblematiek tijdens de Eerste Wereldoorlog. Na een korte inleiding over de opvang van vluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog in Nederland door Tom Sas, verhaalt Henk Hellegers over de bijzondere positie in Vluchtoord Uden. Na de pauze zal Tom Sas u meenemen naar ’s-Hertogenbosch waarbij er naast aandacht voor de Belgische vluchtelingen ook ingegaan zal worden op de komst van Oostenrijkse vluchtelingen vanaf 1917. Zie ook de bijlage.
Over de inleiders
Henk Hellegers is al 40 jaar lid van en actief voor verschillende heemkundekringen en vanaf 2009 voorzitter van Brabants Heem, de koepelorganisatie van 124 heemkundekringen in Noord-Brabant. Met regelmaat publiceert hij over locale onderwerpen. Historicus Tom Sas werkt als docent geschiedenis op het ds. Pierscollege in ‘s-Hertogenbosch. Daarnaast werkt hij aan zijn specialisatie ‘Nederland in de eerste wereldoorlog’. In voorbereiding is nu een boek over een Friese militair, Jelte Cornelis.
De lezing vindt plaats in de Knillispoort op zaterdag 8 april en begint om 14.00 uur. Het programma eindigt omstreeks 16.00 uur. In verband met de organisatie vragen wij u zich vooraf aan te melden via e-mail achterdenpoort@gmail.com. De entreeprijs bedraagt 5 euro. Dat is inclusief koffie/thee en een plak cake. Donateurs van de Knillispoort hebben gratis toegang.
Knillispoort/Historisch café
Korte waterstraat 15
Over Bossche patriotten en Bosschenaren in dienst van Napoleon

Het door Nederlanders opgerichte monument bij Waterloo, de laatste slag van Napoleon met wellicht aan beide zijdes Nederlandse soldaten.
De Neerlandicus en patriottenkenner Jacques Baartmans en de bekende Bossche historicus Kees van den Oord komen zaterdag 11 maart in Knillispoort vertellen over 1787, het tijdperk vóór de heerschappij van Napoleon over ‘s-Hertogenbosch en Nederlandse soldaten, ook uit deze regio, in het leger van Napoleon. Het programma begint om 14.00 uur. Voor de pauze verhaalt Jacques Baartmans over de stad ’s-Hertogenbosch in de patriottentijd, kort voor de machtsovername door de Fransen. Na de pauze, omstreeks 15.00 uur neemt Kees van den Oord u mee naar het ’s-Hertogenbosch tijdens de heerschappij van Napoleon Bonaparte. Het programma eindigt omstreeks 16.00 uur.
In verband met de organisatie vragen wij u zich vooraf aan te melden via achterdenpoort@gmail.com. Meer informatie: oordhist@home.nl; 06-10481942. De entreeprijs is vijf euro. Dat is inclusief koffie/thee en een plak cake. Donateurs van de Knillispoort hebben gratis toegang.
‘De jaren tachtig van de achttiende eeuw vormen een van de interessantste tijdperken van de Nederlandse en Belgische geschiedenis. En tegelijk is deze periode in de geschiedenis nog steeds onderbelicht.’
Aan het woord is Neerlandicus Jacques Baartmans. Hij is een uitmuntende kenner van de patriottentijd, zoals hij in 2001 bewees met zijn proefschrift Hollandse wijsgeren in Brabant en Vlaanderen. Geschriften van Noord-Nederlandse patriotten in de Oostenrijkse Nederlanden, 1787-1792.
In 1787 en 1788 moesten duizenden patriotten de Republiek der Verenigde Nederlanden ontvluchten vanwege hun verzet tegen het stadhouderlijk bewind van Willem V en de Oranjegezinde aristocraten. Deze patriotten, geïnspireerd door de Amerikaanse Revolutie, wensten de republiek te hervormen, meer macht voor de steden en de burgers. Ze vluchtten naar het zuiden, naar de Oostenrijkse Nederlanden en Frankrijk. In hun boeiende geschriften komt een aantal aspecten van hun verblijf in de Oostenrijkse Nederlanden aan de orde, zoals hun houding tegenover de Brabantse omwenteling van 1789.
Baartmans beschrijft de verhouding tussen de Hollandse ballingen onderling. Ook behandelt hij hun kritische houding tegenover de revolutionairen in Brabant (het huidige Belgisch Brabant).
Orangisten contra patriotten
Jacques Baartmans gaat in op het jaar 1787. Een zeer woelig jaar in de garnizoensstad ‘s-Hertogenbosch. Hier stonden de Oranjegezinden en Patriotten lijnrecht tegenover elkaar. In deze uiterst gespannen situatie bleven incidenten niet uit: Oranje-liederen zingende soldaten werden met stenen bekogeld. Na de Pruisische inval echter werd in september de macht van Willem V hersteld. Verreweg het grootste exces moest toen hier nog plaatsvinden: in november sloeg het garnizoen van de stad, van oudsher sterk Orangistisch, doelgericht aan het muiten: een groot aantal huizen – met name die van de plaatselijke Patriotten – werd geplunderd en er vielen zelfs doden. De Bossche patriotten werd drie dagen lang een lesje geleerd.
Napoleon en ‘s-Hertogenbosch
Met steun van het Franse leger konden later in 1794-1795 de patriotten toch hun Bataafse Republiek stichten. Er kwam een eenheidsstaat die na 1799 door dictator Napoleon werd geregeerd.
Nederlanders in leger Napoleon
Kees van den Oord heeft zich onlangs verdiept in de Nederlandse soldaten die vochten voor generaal en keizer Napoleon. Historicus Bart van Helvoort uit Ammerzoden heeft hem de weg gewezen in de database van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie Defensie. Van den Oord heeft de beroepsmilitairen en dienstplichtigen in de Langstraat en ’s-Hertogenbosch in kaart gebracht. Hij roept op tot verder historisch en genealogisch onderzoek naar deze soldaten, van wie velen het leven lieten in dienst van Napoleon.
Over de sprekers
Jacques Baartmans nieuwste boek gaat eveneens over een patriot die na de komst van de Pruisen in 1787 uitweek naar het buitenland: de arts, dichter, schrijver en uitgever Pieter van Schelle.
Kees van den Oord is historicus en in het bijzonder gespecialiseerd in de vroegmoderne geschiedenis van 1500 tot 1700. Nu richt Kees zich onder meer op bijzondere regionale verhalen die in het blad De Bossche Kringen verschijnen.
Column Hans van Kasteren: 'Een watertje graag'
Ik ben dol op hypes, jongens. Ik zie ze met liefde ontstaan, groeien en verdwijnen. Een gezond verschijnsel, het hoort bij de snel veranderende wereld waarin we leven. Twitter, Instagram, Power Balance armbandjes, China als product – dat zijn nog maar enkele van de meest opmerkelijke hypes van de laatste jaren. Waarbij ik razendsnel wil aantekenen dat Twitter, nog steeds Facebook en Instagram inmiddels erg soepel de stap hebben gemaakt van hype naar trend. En dan speel je op een ander niveau. Social Media gaan ons leven veranderen, wat zeg ik, dat hebben ze al gedaan.
Maar ik wil even terug naar de hypes. Een erg leuke is de zwart omrande bril. Leuk, want toen ik opgroeide was je een vreselijke nerd (avant-la-lettre) als je nog steeds zo’n bril droeg. In de jaren vijftig van de vorige eeuw hadden namelijk alle brillen die oenige look. Bekende dragers als Roy Orbison en Buddy Holly konden dat sullige imago niet veranderen. Maar op de dag van vandaag ben je langzamerhand een nerd als je géén zwart montuur draagt! Carice van Houten, Gerard Joling, Albert Verlinde en Nelleke van der Krogt zijn zomaar wat voorbeelden van min of meer bekende Nederlanders die in deze hype een voortrekkersrol vervullen.
Ikzelf heb een tijd terug een lichtblauw omrande bril aangeschaft, in de overtuiging dat ik me daarmee een hippe look had verworven. Maar niets bleek minder waar, blauw is inmiddels hopeloos uit de tijd. Ik durf m’n blauwe montuurtje nu alleen nog maar in het donker te dragen, als ik alleen in de auto zit.
Een andere leuke hype speelt zich af op een heel ander niveau: het watertje! Loop op zomaar een werkdag een willekeurig kantoor binnen en je ziet ze op vrijwel elk bureau staan: de flesjes water. Kijk eens door het raam van een vergaderzaal naar binnen. Als er tien mensen aan het overleg deelnemen, hebben er zeker acht een flesje water binnen handbereik. Ieder zichzelf respecterend bedrijf heeft dan ook een aantal hippe watertaps op strategische plekken staan.
Want wij drinken natuurlijk geen water uit de kraan. Echt niet! Ons watertje (let op het vertederende verkleinwoord) moet uit natuurlijke bronnen zijn opgeweld en behoort ziltig fris te zijn. Niet té fris, let op. Echt koud water kan namelijk ongewenste buikkrampen veroorzaken, hetgeen weer tot verloren arbeidsuren leidt. Maar lauw water is evenzeer not done: het werkt lamlendigheid in de hand. Er schijnen inmiddels bedrijven te zijn die speciaal opgeleide deskundigen in dienst hebben, die de kwaliteit van het tapwater dagelijks controleren.
Maar de opmars van het lekkere watertje beperkt zich niet tot onze kantoren, jongens. Probeer maar eens in een ‘wat beter’ restaurant een glas kraanwater te bestellen, met de bedoeling de hoogte van de rekening wat te beperken. De gemiddelde ober zal je de dirty look geven en je in gedachten voor profiteur uitmaken. Dat zal hij niet zeggen, wees gerust. Maar sta er niet versteld van als hij een opmerking maakt in de trant van “misschien mag ik mijnheer een licht mousserende Perrier voorstellen. Past uitstekend bij uw gerookte zalm”. Een beetje ober is tegenwoordig behalve wijnkenner ook een waterdeskundige. Een vinoloog en een eaunoloog at the same time, zogezegd.
Je wordt in de Korte Putstraat hier in Den Bosch niet meer aangenomen als je niet beschikt over een gedegen kennis van wijnen en goede wijn-spijscombinaties, dat spreekt. Maar daarnaast hoor je tenminste tien befaamde bronwatertjes in snel tempo op te kunnen sommen én je moet ze kunnen onderscheiden van kraanwater. Met name dat laatste schijnt vreselijk moeilijk te zijn. Maar zelfs als je over al deze uitzonderlijke eigenschappen beschikt kun je naar de baan fluiten als je niet een bril met zwart montuur draagt……
Hans van Kasteren
Word donateur van Knillispoort
Steun Knillispoort
Het enige vrijwilligerscafé in ’s-Hertogenbosch
De een kent de Knillispoort van de Bossche zomer en die bijzondere lezing over de Spaanse griep, de ander houdt het op de popronde, een debat over de toekomst van het Bossche amateurvoetbal, de poëmiekavond, politieke klets of het carnaval. En weer een ander kent de Knillispoort als de plek waar ooit de cursus Boschlogie werd bedacht. Menig kunstenaar stelde er zijn werk tentoon.
Knillispoort verzorgt al meer dan 50 jaar uiteenlopende kleinschalige evenementen. Debat, drempelloosheid, veelkleurigheid, engagement, cultuur en ontmoeting gaan daarbij hand in hand.
De Knillispoort is gelegen in de mooie binnenstad van ’s-Hertogenbosch, naast het schilderachtige Herman Moerkerkplein en bestaat sinds 1971. In dat jaar richtte Antoine Jacobs met andere rebelse Bosschenaren de raadsgroepering Knillis op. Knillispoort werd het politiek-culturele café voor maatschappelijk betrokken Bosschenaren. Het gebouw – voormalig koetshuis – stamt uit 1916 en is gebouwd op een plaats waar in de Middeleeuwen een stadsgracht liep.
De Knillispoort is het enige vrijwilligerscafé in ons mooie ’s-Hertogenbosch. De medewerkers zijn vrijwilliger en houden zo de door onszelf georganiseerde activiteiten heel betaalbaar. Knillispoort biedt daarnaast gastvrijheid aan ideële verenigingen met een kleine beurs.
Zoals de populaire geschiedeniscursus Boschlogie zijn veel Bossche initiatieven ooit in de Knillispoort begonnen.
In 2015 ging Achter de Poort van start, de culturele salon van de Knillispoort. Spraakmakende boekbesprekingen, bijzondere optredens en schurende debatten wisselden elkaar af. Daarnaast is er het Historisch café, een vierwekelijks evenement met historische lezingen, presentaties, gesprekken over nieuw historisch onderzoek en debatten.
Steun
Hoe kunt u meedoen?
Door hen maandelijks financieel te steunen.
o 5 euro
o 10 euro
o 20 euro
o Meer mag natuurlijk ook.
o Eenmalig/per jaar een bedrag van,……..
U kunt uw donatie overmaken op:
IBAN NL73 INGB 0003 2545 11
t.a.v. Stichting de Knillispoort
Wat krijgt u ervoor terug?
• Gratis entree bij evenementen waarvoor u altijd een uitnodiging krijgt.
• U krijgt een uitnodiging voor een jaarlijkse, goed aangeklede Vrijwilligersbijeenkomst.
• Wie meer dan 100 euro per jaar doneert, krijgt een naamsvermelding op onze website.
• Met donateurs boven 200 euro gaan wij in gesprek over een toepasselijke wederdienst.
En last but not least: u houdt er vooral een goed gevoel aan over. U steunt immers een zinvol en waardevol vrijwilligersinitiatief.
Namens de Knillispoort Marian Van Vugt – Free Voorzitter Knillispoort Korte Waterstraat 15
5211 NR ‘s-Hertogenbosch
Telefoon: 073-6144382
Mobiel: 06-51071551 Marian van Vugt-Free
Vrouwen in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog
Het verhaal van 652 sterke vrouwen, verteld door Hans Suijs op zaterdagmiddag 10 december
‘Ik ben ervan overtuigd dat de rol van vrouwen in het verzet tientallen jaren lang volkomen is verwaarloosd. Neem het invloedrijke standaardwerk van Loe de Jong Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. De Jong had nauwelijks oog voor vrouwen in het verzet. hooguit waren ze als koerierster ondersteunend aan de verzetsmannen.’
Aan het woord is Hans Suijs, telg uit een Vlijmense familie waarvan verschillende leden zich tijdens de Tweede Wereldoorlog onderscheidden in het verzet. Hans kwam er achter door genealogisch onderzoek. Vooral zijn tante Cis speelde een markante rol. ‘Maar we wisten er heel weinig van. Over de oorlog, in het bijzonder de ervaringen en belevenissen in het verzet en in de kampen, werd vooral gezwegen’, zegt Hans nu.
Tante Cis (1907-1982) Suijs, vanwege haar vroomheid ook wel ‘pastoorke’ genoemd, verrichtte samen met haar zus Dré koerierswerk, regelde valse persoonsbewijzen en nam onderduikers in huis. De zussen Suijs hielpen onder meer de daders van een mislukte moordaanslag op de beruchte ‘foute’ Tilburgse politiechef Piet Gerrits aan onderdak. ‘En dat gebeurde dan in een dorp waar het wemelde van de NSB-ers. Want Vlijmen was een NSB-bolwerk’, zegt Hans Suijs.
Toevallige internetvondst
Vanwege haar verzetswerk werd Cis Suijs op 2 maart 1944 gearresteerd. Samen met andere vrouwen werd ze door de Duitsers opgepakt en naar Kamp Vught gebracht. Toen in september 1944 de geallieerden in aantocht waren, werden ze in allerijl met de trein naar concentratiekamp Ravensbrück vervoerd. 200 van hen komen later bij het Agfacommando in Dachau terecht. Daar gingen op 12 januari 1945 de vrouwen in staking voor betere voeding. ‘Tante Cis’ sprak nimmer over haar ervaringen. Ik moest er, lang na haar dood in 1982, in 2015 achter komen door berichten op internet aan elkaar te koppelen’, vertelt Hans Suijs.
Over de auteur
Hans Suijs zocht verder en publiceerde in 2020 zijn boek Samen eervol overleefd. In zijn vrije tijd legde Hans zich toe op stamboomonderzoek en kwam zo uit op de rol van vrouwen in het verzet in WOII. Hans woont in Gouda en ontwierp, naar het voorbeeld van de cursus Boschlogie, de cursus Goudologie. Samen eervol overleefd is te koop tijdens de lezing van Hans voor de prijs van 24.95. Natuurlijk signeert Hans zijn boek. De lezing vindt plaats op zaterdag 10 december in de Knillispoort van 13.00 tot 15.00 uur. Meer informatie kunt u verkrijgen bij organisator Frans van Gaal, 06 45 48 27 39. Wij stellen het op prijs wanneer u uw komst van tevoren aankondigt via e-mail naar fransvangaal@home.nl. Het aantal plaatsen is beperkt en dan kunnen we bij een grote toeloop tijdig maatregelen nemen.
Column Hans van Kasteren: 'Veel liefs en tot gauw'
Mevrouw Devenaar (ze heet anders, maar ik noem haar nu zo) woont vlakbij het station hier in Den Bosch in een appartement met zo’n leuk balkonnetje, weet u wel. Dat balkonnetje biedt riant uitzicht op het Stationsplein. Daar is het sinds het er op lijkt dat Corona afscheid aan het nemen is weer lekker druk en ze houdt van die drukte. Ze heeft graag mensen om zich heen. Dat vindt ze gezellig. Ze woont er nu al bijna twee jaar. En elke dag zit ze op het balkonnetje en kijkt dan naar de roltrap. Want mevrouw Devenaar weet het zeker: er komt een dag dat Marjolein vanaf die roltrap naar beneden komt en dan naar haar omhoog zal kijken. Als ze haar ogen sluit ziet ze hoe Marjolein vrolijk zal zwaaien en hoort ze wat Marjolein gaat roepen: “Dag mam! Dag! Ik ben er! Heb je de koffie al klaar?”. Mevrouw Devenaar glimlacht gelukkig.
Wat een mooie dag zal dat zijn, de dag dat Marjolein weer thuiskomt. Mevrouw Devenaar zal een lekker vers bakkie koffie schenken met zo’n heerlijke chocolade bol van bakker De Groot. Die heeft ze altijd eentje in de ijskast staan. Alleen heten die dingen de laatste tijd Bossche Bollen. Chocolade bol, je hoort het haast niemand meer zeggen. Ja, Marjolein wel. Die zegt altijd chocolade bollen. Want dat zeiden ze vroeger ook altijd, toen Marjolein nog thuis woonde. Twee keer per week steekt mevrouw Devenaar nu het Stationsplein over om bij bakker De Groot aan de overkant een nieuwe Bossche Bol te halen. De oude gooit ze dan weg en de verse gaat de ijskast in. Want die Bossche Bollen van De Groot blijven zeker een dag of drie goed.
De gedachte aan het tafereeltje tovert weer een glimlach op haar gezicht. Fijn samen op het balkonnetje. Wat zal Marjolein veel te vertellen hebben! En wat zal ze genieten van de chocolade bol. Eerst zal ze Marjolein een lekker kopje koffie inschenken en dan zullen ze samen mensen gaan kijken. Op het balkon, met z’n tweetjes. Wat een prachtige dag zal dat zijn…..
Ineens moet mevrouw Devenaar denken aan de dag dat ze haar dochter voor het laatst zag. Dat was ook hier, op het station. Hoe lang geleden? Tja, dat weet mevrouw Devenaar niet helemaal zeker. Toch al gauw een paar weekjes, denkt ze dan. Of misschien wel wat langer eigenlijk, want met Kerstmis en Nieuwjaar was Marjolein er ook niet en het is nu al weer oktober.
Gelukkig weet mevrouw Devenaar heel goed dat Marjolein er ook niets aan kan doen dat ze met Kerst niet is geweest. En het is ook niet haar schuld dat ze zo weinig tijd heeft. Dat komt natuurlijk door haar werk. Want ze heeft een drukke baan, hoor! De hele dag werken en soms ook nog in het weekend. Als ze ’s-avonds thuis komt is ze doodmoe. Uitgeput. Zo moe, dat het er soms gewoon niet van komt om even te bellen. Nee, dat is ook al weer een tijdje geleden, dat Marjolein heeft gebeld. Toen ze jarig was, toen heeft ze nog gebeld. Toch? Mevrouw Devenaar is er niet helemaal zeker van. Maar Marjolein heeft beslist wel eens gebeld, dat weet ze nog goed. Want hoe druk ze het ook heeft, Marjolein zal haar moeder niet zomaar vergeten. Echt niet.
Tegen vijf uur wordt het wat frisjes op het balkon. Mevrouw Devenaar gaat binnen zitten. Ze heeft haar tafel zo neergezet dat ze de roltrap bij het station nog goed kan zien. Midden op tafel staat een grote vaas met een prachtige bos bloemen. Het zijn rode rozen. Die staan er altijd. En die blijven wel een week goed! Mevrouw Devenaar haalt de bloemen elke woensdag bij dat bloemstalletje op de markt. Daar hebben ze de beste. En de mensen die haar daar helpen zijn echt heel vriendelijk. Ze doen ook altijd een mooi kaartje aan het boeket. Ze hoeft hen niet eens meer te zeggen wat ze er op moeten schrijven. Dat doen ze gewoon uit zichzelf al. Liefkozend streelt mevrouw Devenaar de vaas en leest gelukkig glimlachend het kaartje: ‘Veel liefs en tot gauw. Marjolein’.
Hans van Kasteren
Wat de oorlog met mensen doet
Henk van der Linden, historisch publicist over hoe mensen de oorlog beleefden op 14 januari a.s. in de Knillispoort
‘De officiële geschiedschrijving over de oorlog beschrijft heel goed wat er toen gebeurde. Maar achterwege blijft het verhaal van de mensen. Wat deed de oorlog met de mensen? We weten alles van Churchills strategie, we weten heel weinig over wat de echte actors hebben mee- en doorgemaakt.’
Aan het woord is Henk van der Linden, Bosschenaar en al sinds 1990 betrokken bij talrijke historische projecten en publicaties. Henk is publicist met grote belangstelling voor ‘Wat oorlog met mensen die het zelf moeten doormaken doet’.
Een voorbeeld: Op 22 september 1914, de oorlog was nog geen twee maanden onderweg, torpedeert een kleine Duitse onderzeeboot, de U9, drie grote Britse kruisers, zo’n 40 km buiten de Nederlandse kust, net voor Scheveningen. Binnen vijf kwartier liggen ze op de zeebodem, nu nog trouwens. Van de ruim 2200 bemanningsleden komen er 1459 om. Zo’n 700 worden gered door Britse vissersschepen en twee Nederlandse koopvaardijschepen. Twee maanden lang spoelen lichamen van Britten aan op onze kust.
Catastrofe
Het is een ramp, een catastrofe voor de Royal Navy met de onoverwinnelijk geachte Grand Fleet. Alle Britse ingezetenen, van oorsprong Duits, zijn nu ineens ‘spion’ en worden geïnterneerd. Maar de grootste ramp treft de gezinnen van de omgekomen mannen.
De drie kruisers zijn bemand door beroepsofficieren, kadetten van de officiersopleiding, maar vooral door vele honderden reservisten. Deze mannen hadden er twaalf jaar dienst op zitten maar zijn nog één keer beschikbaar in geval van oorlog. Het zijn vaders in de leeftijd van 30 tot 40 jaar met gezinnen. Soms een groot gezin met twaalf kinderen. Ze woonden allemaal in de directe omgeving waar de schepen lagen aangemeerd. Het merendeel van de bemanning, ruim 1100, kwam uit vier dorpen Chatham, Rochester, Gillingham en Strood, nu één gemeente, Medway City.
‘Lost at sea’
Het is een catastrofe voor deze dorpen. In honderden huizen zijn de vaders weg. Moeders blijven met vele kinderen achter zonder inkomen. De werkgever betaalde niet door. Er is ook geen sociale zekerheid zoals nu, geen pensioen. De Navy verschaft geen schadevergoeding, het zijn immers slechts reservisten. Om mogelijke pensioenclaims te vermijden, krijgen de weduwen een brief dat hun man was ‘lost at sea’ en niet ‘killed in action’. Ze hebben dus geen recht op een uitkering.
Niet alleen de pensioenkwestie doet pijn maar ook het gebrek aan aandacht. Er zijn nooit herdenkingen georganiseerd. Het enige eerbetoon dat de omgekomen zeelieden krijgen, is een groot monument in Chatham dat ze moesten delen met alle andere gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog op zee.
Ongenoegen
Henk van der Linden kan er nog steeds kwaad om worden. ‘Hoe wreed en onbeschoft kun je zijn?’
Wat Henk steeds weer beroert? Een onmiskenbaar ongenoegen over de loop van de dingen. Henk maakte een film over deze ramp en de gevolgen.
Door te publiceren neemt Henk het op voor de mensen die vergeten of verwaarloosd zijn door de officiële geschiedschrijving. Onlangs publiceerde Henk ‘Niet willen weten en ‘Niet weten’, handelend over dwangarbeid in en voor Duitsland tussen 1940 en 1945). Het ongenoegen komt voort uit beseffen dat iets niet klopt. Mensen die niet of niet meer voor zichzelf kunnen worden altijd weer tekort gedaan.
Henk staat aan de basis van een grote serie van vijftien delen Nederlandse provincies en grote steden in de Eerste Wereldoorlog. Daarnaast schreef hij: ‘Drie massagraven voor de Nederlandse kust’, en ‘Brabant Bevrijd’
Op zaterdag 14 januari a.s. gaat Henk in gesprek met Frans van Gaal over het verhaal van de duikboten en de vergeten bemanning. Hij vertoont daarbij ook de film over deze affaire. Het programma begint om 13.00 en eindigt omstreeks 15.00 uur.
In verband met de organisatie vragen wij u zich vooraf aan te melden via achterdenpoort@gmail.com. Meer informatie: fransvangaal@home.nl; 06-45482739. De entreeprijs is vijf euro. Dat is inclusief koffie/thee en een plak cake. Donateurs van de Knillispoort hebben gratis toegang.
Bedreigd erfgoed fort Crèvecoeur
Behoud en ontwikkel Fort Crèvecoeur
Meer dan 50 geïnteresseerden luisterden tijdens Open Monumentendag 10 september 2022, in de Knillispoort naar een betoog van dr. Kees van den Oord, historicus en in het bijzonder kenner van de 80-jarige oorlog.
Kees maakte nog eens duidelijk dat het aan de Maas binnen Bosch grondgebied gelegen rijksmonument Fort Crèvecoeur een belangrijk maar ‘vergeten’ monument is uit de 80-jarige oorlog. Het wordt tijd dat het monument in ere wordt hersteld en ontwikkeld. De aanwezigen willen actie van de rijksoverheid en gemeente. Daartoe leggen ze een aantal suggesties voor.
In november 2021 stelde de Bossche gemeenteraad aan de hand van een motie van Marcel Ploegmakers (CDA) dat ‘het volstrekt onacceptabel is dat Fort Crèvecoeur, een van de belangrijkste militaire monumenten van onze stad, door het uitblijven van kordaat optreden van de Rijksoverheid, dreigt te worden vernietigd. De Ministeries van Defensie, Onderwijs en Cultuur en Wetenschap moeten er alles aan doen om Fort Crèvecoeur van de ondergang te redden.‘
Maar die ministeries doen al meer dan 40 jaar niets. In 1973 werd Fort Crèvecoeur rijksmonument. In 2022 is het complex gekozen tot een van de meest bedreigde erfgoedlocaties van Europa. Erfgoed Europa Nostra plaatste het fort Crèvecoeur op de lijst van zeven ‘most endangered sites’.
Wij, aanwezig op 10 september 2022, stellen dan: Waarom neemt de gemeente ’s-Hertogenbosch niet zelf het initiatief? Dat kan door het gebied in en rond Fort Crèvecoeur zelf te kopen. Dan heeft de gemeente het heft in eigen handen.
Ben je als gemeente eenmaal eigenaresse, dan volgt archeologisch onderzoek. In een rapport uit 2021 worden al een aantal kernwaarden geformuleerd. Het Fort C. is verweven met het landschap, gelegen op een van de laagste punten in Noord-Brabant. Het fort is gelegd over een riviermonding. De Dieze was hier ooit een binnenhaven, dan een vestinggracht en tot slot een sluiskom.
Fort Crèvecoeur behoort tot een dynamisch grensland, op de grens van Brabant en Holland en Gelderland, waar diverse conflicten zijn uitgevochten. Het fort is door de conflicten een voorbeeld van opbouw en verval. Het maakte deel uit van een grotere verdedigingswerk en was een knooppunt van belangrijke weg- en waterverbindingen. Het fort was een eiland in karakter met een Verboden Kring: geheimzinnig en door de doornhagen ontoegankelijk. Het fort is vaak verbouwd. Hier zijn al de contouren geschetst van ‘een verhaal’. Dat moet gaan over de historische betekenis van de locatie en de verhalen en gebeurtenissen die ermee samenhangen.
Heb je het verhaal, dan leg je allereerst vast wat je niet wilt. Torenflats als ‘nieuwe markering’ zijn natuurlijk uit den boze. Bepalend voor een nieuwe functie is wat je van de oorspronkelijke bebouwing wilt behouden, zichtbaar wilt maken of zelfs terug wilt bouwen. Behoud of herstel van het monument of een deel daarvan staat voorop en wordt bepalend voor andere toevoegingen.
Bekijk het gebied Crèvecoeur vooral vanuit de invalshoeken; educatief, archeologisch, cultureel en gerichtheid op natuurbehoud en herstel.
Geef er dan meer bekendheid aan, maak het toegankelijk door middel van wandelingen en een fietsroute, markeer de plaatsen waar het dorpje lag, waar zich de wallen bevonden, laat zien wat het gebied zo bijzonder en zo waardevol maakt!
Kijk naar voorbeelden elders in ons land en in het buitenland.
Maak een verbinding met de werkgroep Zuid-Willemspark, met de Groene Delta, met de Diezemonding,
Crèvecoeur moet een plek krijgen te midden van andere relieken en lieux memorabeles die de 80-jarige oorlog in beeld brengen,
Maak er een vrijplaats voor kunstenaars van met tiny houses, biobased wonen,
Een kleine (jacht)haven met een sluis voor plezierjachten,
Een wandelgebied dat ruimte biedt aan de natuur maar toch ook weer de geschiedenis verhaalt,
Een bezoekerscentrum.
Voor meer informatie: Frans van Gaal, fransvangaal@home.nl, 06-45482739; Kees van den Oord, oordhist@home.nl 06-10481942
Oorlog maakt ziek
Einde Eerste Wereldoorlog geen einde ellende, ook voor ‘s-Hertogenbosch
Tom Sas, historicus en kenner van de Eerste Wereldoorlog, windt er geen doekjes om, de ‘Groote oorlog’ zaaide door de oorlogshandelingen al dood en verderf, het werd nog erger, vooral toen het vrede was.
11 november 1918: De ‘Groote oorlog’ is afgelopen. Gejuich is er niet in ‘s-Hertogenbosch. Veel Bosschenaren zijn ook al ziek, menigeen zelfs doodziek. De ‘Spaanse griep’ heerst en is 25X dodelijker dan andere griepvormen. De doodsangst stemt in veel dorpen en steden tot neerslachtigheid, zeker als ook in gegoede kringen, levend in goede behuizing en wel doorvoed, slachtoffers vallen. In ’s-Hertogenbosch vallen honderden doden, in de wereld tussen de 20 en 50 miljoen.
Zelfs het begrip Spaanse griep hangt samen met de oorlog. De VS, Groot-Brittannië en Frankrijk hebben eerder dan Spanje te kampen met de epidemie, maar die landen houden de informatie daarover aanvankelijk uit de pers om het moreel niet aan te tasten. Spanje blijft neutraal tijdens de oorlog en censureert zijn pers niet.
Tom legde grote nadruk op de oorlog als transporteur van de Spaanse griep. In het vroege voorjaar van 1917 kondigde de Duitse regering een onbeperkte duikbootoorlog af. Elk schip met bestemming Groot-Brittannië zou door de Duitsers getorpedeerd worden, vijandig of niet, daaronder ook Amerikaanse duikboten.
In december 1917 sloten Rusland en Duitsland de vrede van Brest-Litovsk. Duitsland kon zich nu helemaal richten op het westelijk front maar had nu ook af te rekenen met Amerikaanse troepen. Het spreekt voor zich dat hierdoor heel veel mensen in beweging kwamen. Duizenden soldaten, dichtbij elkaar, opeengepakt, kwamen en gingen.
Mogelijk begon de Spaanse griep in het voorjaar van 1918 in de Verenigde Staten. Op 4 maart meldde een kok in Camp Funston in Kansas zich ziek. Hij had een zere keel, hoofdpijn en koorts. In de loop van de dag klaagden steeds meer mannen over dezelfde symptomen.
Veel van hen waren afkomstig van het Amerikaanse platteland. Via deze militairen bereikte de ziekte het westelijke front in Frankrijk – en reisde verder. Het virus volgde niet alleen de soldaten, maar ook een groep krijgsgevangenen die door Duitsland aan Rusland werd teruggegeven.
Op 30 mei 1918 introduceert de Telegraaf ‘de Spaansche griep’ bij de Nederlandse lezers.
In het najaar slaat de ziekte bij een tweede golf heel hard en dodelijk toe. Deze griep is 25X dodelijker dan andere vormen. Het aantal doden is groot.
Als er ‘na eene kortstondige ziekte’ in de overlijdensadvertentie staat, dan kun je er in die dagen vanuit gaan dat de Spaanse griep heeft toegeslagen. De leeftijd ligt maar al te vaak tussen de twintig en dertig jaar, alhoewel ouderen ook grote risico’s lopen.
De dodelijke en tweede epidemiegolf werd in gang gezet na de wapenstilstand op 11 november 1918. Overal op de wereld vierden mensen het einde van de Eerste Wereldoorlog. Deze vieringen gingen gepaard met bijeenkomsten, omhelzingen en kussen van terugkomende soldaten.
Wat doet de overheid? ‘Wat heeft het voor zin te vechten een ziekte die zich niet bevechten laat’, schrijft de minister in antwoord op kamervragen.
Het Bossche stadsbestuur organiseert op 16 november 1918 een ‘spoedeischende vergadering’, niet vanwege de Spaanse griep maar om een burgerwacht op te richten om ‘revolutionaire woelingen’ van opstandige socialisten en militairen het hoofd te bieden.

Johan Rückert
Voorafgaande aan de vergadering wordt echter eerst alle ruimte geladen aan een herdenking van de directeur Gemeentewerken Ir. Johan Rückert (1879-1918). Hij is nog geen jaar in dienst en was voorbestemd om de uitbreiding van de stad in de richting van het noorden, de Muntel vorm te geven. Het mocht niet gebeuren. Rückert sterft na een kortstondig ziekbed aan de gevolgen van de Spaanse griep. Hij zal niet de enige Bosschenaar zijn.
Young Changemakers naar Knillispoort
Young Changemakers Den Bosch heeft gekozen voor Knillispoort voor de twee maandelijkse bijeenkomsten van die organisatie. Vanaf 1 september zijn de Changemakers iedere eerste en derde woensdag van de maand present van 19:00 tot 22:00 uur.
De Bossche Young Changemakers zetten zich actief in voor een aantrekkelijke, leefbare, sociale en duurzame regio Den Bosch. Ze ondersteunen de duurzaamheidsambities van de gemeente ‘s-Hertogenbosch.
Lees meer over de Bossche Young Changemakers op de WEBSITE van de organisatie
Zaterdagse Inloop weer begonnen
Goed nieuws. Zaterdag 12 juni is Knillispoort weer begonnen met de wekelijkse open inloop. De deur staat open voor iedereen van 11:30 uur tot 13:30 uur. Welkom aan allen. We zijn blij jullie weer te zien.
Foto's lezing wateroverlast Den Bosch van 31 juli
Francien van den Heuvel verzorgde zaterdagavond 31 juli een interessante lezing over de wateroverlast in ‘s-Hertogenbosch en omstreken in het verleden. Toon Rekkers maakte een aantal leuke foto’s.
Bekijk de Galerij HIER
Nieuwe rubriek: Columns
Vandaag (zaterdag 15 mei) gaan wij van start met een nieuwe serie columns. Harry van den Berselaar, Hans van Kasteren en Frans van Gaal zullen u tweewekelijks aan het denken zetten met hun eigenwijze kijk op gebeurtenissen in stad en ommelanden. In de definitie van ‘de ommelanden’ zijn zij heel ruimhartig.
Zij schrijven onder het motto: ‘De botheid der nar is de toetssteen der wijzen’, vrij naar Shakespeare in ‘As you like it.
Vandaag start Harry van den Berselaar met zijn kijk op de Bossche theaterperikelen, hoofdpijndossier van wethouder Huib van Olden
Column Hans van Kasteren: 'Zammateo', zingt hij
In de wondermooie Italiaanse streek Piemonte voelen wij ons een ruime maand lang bijna Italiaans. We verblijven in een klein dorp en na een weekje of zo begroeten de dorpelingen ons alsof ze ons al jaren kennen. We ontmoeten ze ’s ochtends vroeg bij de bakker en na twaalven nabij het enige terras dat het dorpje kent. Dat terras hoort bij een enigszins vervallen trattoria. We lunchen daar vrijwel dagelijks en kunnen ons na zo’n heerlijke en ruim bemeten ‘Pranzo’ niet meer voorstellen dat we ’s avonds ook nog gaan dineren. Dat doen we dan ook zelden.
We zijn volgens ons de enige niet-Italianen hier en worden met enige regelmaat aangesproken door nieuwsgierige Piemonters. Waarom zijn wij juist hier en niet in het veel mooiere Genua, Turijn, Barolo of Cinque Terre? Dat gebeurt eerst in veel te snel en voor ons nauwelijks te volgen Italiaans en daarna in rommelig steenkolen Engels of ontroerend kleuter Italiaans. Met de daarbij horende driftige gebaren, raadselachtige wenkbrauwactiviteiten en duistere knipoogcontacten. Capisce?
Wij leggen uit dat we juist niet in toeristenhordes willen belanden en dat we het leuk vinden het echte Italië te zien en te leren kennen. Si, si, dat begrijpen ze heel goed. Italia…. en er volgen heftige kushandjesbewegingen richting hemel. We vertellen desgevraagd ook waar we wonen in Nederland: ‘Den Bosch, you know. Very famous!’ Ja ja, dat zal wel. Very famous… . Onze pas verworven Italiaanse buren knikken vriendelijk, maar uit alles blijkt dat ze nog nooit van ons stadje hebben gehoord.
Kennelijk gaat de naam van Den Bosch toch als een lopend vuurtje door het dorp, want er gebeurt wat later iets opmerkelijks. Ergens in de derde week van ons verblijf schuifelt een bejaard echtpaar namelijk naar ons tafeltje tijdens onze dagelijkse lunch met pasta’s en een lekker wijntje. We hebben ze nog niet gezien, deze dorpelingen. Mevrouw knikt ons vriendelijk toe en wijst op haar inmiddels behoorlijk versleten echtgenoot. “Giuseppe, amore mio”. En vervolgens strooit ze een stortvloed aan prachtig en voor ons in het geheel niet te volgen Italiaans over ons uit. Een briljant betoog, waarin haar ‘amore’ Giuseppe overduidelijk een hoofdrol vervult. Giuseppe glimlacht lief en haalt af en toe in kennelijke verontschuldiging de schouders op. Waarvoor hij zich verontschuldigt is ons vooralsnog volstrekt onduidelijk. Wij lachen en knikken wat mee, dat komt altijd sympathiek over. Denken we.
Dan schiet Mario te hulp. Mario serveert de wijntjes en de lunch in zijn trattoria met verve. Bovendien spreekt hij naar eigen zeggen heel fatsoenlijk Engels. Hij luistert naar het betoog van de lieftallige echtgenote van Giuseppe en fluistert voortdurend éénlettergreepwoordjes als ‘Ah, si, si’ en ‘Oh, la, la’. Dan wendt hij zich in zijn beste Engels tot ons:
“This is very important. Molto importante! Giuseppe, my friend here (wijst intussen op Giuseppe en kust diens voorhoofd), he knows your city, si capisce? Yes, yes, he knows your city!” Natuurlijk zijn wij ineens één en al oor en vragen Mario ons, maar natuurlijk ook Giuseppe en zijn lieftallige dame, een wijntje in te schenken. Mario doet dat, vergeet zichzelf niet en schuift ook aan.
Het verhaal begint zich dan met horten en stoten te ontspinnen. Dat gebeurt nauwelijks door Giuseppe, die voortdurend aan zijn wijntje sipt en steeds vriendelijk glimlacht. Aan het gesprek voegt hij weinig toe, maar dat maakt zijn vrouw meer dan goed. Ze vertelt dat Giuseppe in de vroege jaren zeventig van de vorige eeuw in Den Bosch heeft gewerkt. Waarschijnlijk bij Remington, vermoeden wij, want ze denkt dat hij typemachines maakte. Via Mario legt ze uit dat Giuseppe veel dingen aan het vergeten is, maar hij zal háár nooit vergeten. En zij hem niet. ‘Amore mio’, zegt ze steeds met tranen in haar stem en in haar ogen. Ze is voortdurend ontroerd en haar emotie raakt ons ook. Giuseppe blijft intussen glimlachen en aan zijn wijntje sippen.
Via Mario vraag ik hem wat hij nog weet van Den Bosch in die tijd. Hij kijkt me aan en zijn ogen lachen. ‘Zammatteo’, zegt hij dan. “Ja, Zammatteo!”, zeg ik verbaasd. Giuseppe maakt een geestdriftig gebaar van ijsjes likken. Aangespoord door zijn enthousiasme probeer ik nog wat, steeds met hulp van tolk Mario. “En de Parade, de Bossche Markt, de Sint-Jan, Carnaval? Wat vond je daar van?” Giuseppe’s gezicht is één groot vraagteken. Mario vertaalt wat de lieve dame van Giuseppe daarop zegt. “He has forgotten many things, sorry!” Giuseppe heeft dat laatste ineens begrepen, want hij zegt: “Ho dimenticato quello ho dimenticato”. En ik weet wat dat betekent: “Ik ben vergeten wat ik allemaal ben vergeten”. Dan verschijnt er plots weer een glimlach op zijn gezicht. ‘Zammatteo!’, zingt hij.
Hans van Kasteren
Column Harry van den Berselaar: Het Sleutelgat P.S.
Column: Het sleutelgat P.S.
Het zijn gouden tijden voor de complotdenkers. Met natuurlijk als meest populaire vraag: ‘Wie zit achter die vermaledijde pandemie?’ Of het ontstaan nu op een markt of in een lab lag, blijkt onbelangrijk. Het gaat er de ‘wappies’ om wie het longvirus, met welke bedoelingen, als een elfde Egyptische Plaag over de wereld stuurt. De meest bizarre hersenspinsels vormen het antwoord.
Voedingsbodems zat, zei criminoloog Peter Klerkx eind mei. Zo zouden wetenschap, media en de regering niet langer betrouwbaar geacht worden. En dan is een dikke stok om de gemene hond te slaan, rap gevonden. Zeker met een centrale overheid die er toch al een potje van heeft gemaakt: de hele club is niet voor niks demissionair. Het kabinet is gesmoord in zijn smerige achterkamertjespolitiek! (Dat laatste heet sinds kort met een eufemisme: de Ruttedoctrine.) Nee, wie wil, heeft argumenten genoeg om zich te keren tegen alles wat nu redelijk lijkt.
Overigens: niemand die met deze kritiek ‘enen bal’ opschiet.
Nu is achterkamertjespolitiek ‘van z’n eige’ ook niet erg vertrouwenwekkend. Opmerkelijk is dat deze praktijk, die bijdroeg aan de afgang van het kabinet, nog steeds gewild lijkt bij het Bossche B&W. Zo doet dat lokale bestuur er alles aan om de demissionaire influencers te volgen én te overtreffen in het nemen van bepaalde besluiten achter gesloten deuren. Zo wordt zelfs stopverf in het sleutelgat gestopt als de financiën van het nieuwe cultuurpaleis op de agenda staan. Daar mogen wij burgers niks van weten. Noch over zeggen. Uitvoerend wethouder Huib van Olden heeft ‘peur’. Hij zegt dat ie bang is dat het dossier ‘concurrentiegevoelige info bevat die gemeente en burgers kan schaden’. Wat dat mistige georakel betekent, weten alleen zijn directe collega’s. Die hebben een kopie. Kennelijk zien zij niks geks in dit ‘mondje-dicht’.
Of spelen zij soms een ander spel? Wie weet.
Laten we eens even een oefening doen. Een filosofisch gedachte-experiment. Mijn hypothese daarbij houdt in dat burgemeester en collega-wethouders inmiddels inzien dat het kronkelige pad naar de cultuurtempel alleen tot bestuurlijke treurnis kan leiden. Daaraan willen ze hun vingers niet branden; ze kennen de werking van de afrekencultuur.
De nieuwbouwplannen liepen al voor het aantreden van Mikkers, Van der Geld, Kâhya en Geers. Routinier Jan Hoskam is gepokt en gemazeld en hij weet hoe de bestuurlijke hazen lopen. Daarom is het in mijn scenario juist deze consciëntieuze boekhouder van de gemeentekas die het nu te gortig geworden is. In het theaterstuk voor zes heren acht ik hem goed voor de volgende zin (toen Van Olden elders met de aannemer overlegde over vertragingsvergoeding): ‘Mannen, dit gedoe moeten we een halt toeroepen’.
De anderen zie ik aarzelend knikken en ik hoor iemand iets roepen over ‘collegiale opstelling’. Vervolgens vervallen ze in een vermoeid zwijgen. Tot de opmerking: ‘Als we’m nou ‘s gewoon z’n gang laten gaan. Dan houdt het op enig moment vanzelf op’.
De eerste die bedachtzaam ja knikt, is Mike van der Geld. Onze wethouder Cultuur is stiekemkes wat blij dat de nieuwbouw van het theater toentertijd als vanzelfsprekend meeverhuisde naar het nieuwe pakket van zijn voorganger Van Olden.
De anderen volgen Mike in stilte. Mannen vinden elkaar zonder woorden.
De heren van B&W laten Huib in zijn eigen bubbel doormodderen. Ondertussen zal Van Olden als volger van de Rutte-doctrine, zelfs zijn directe collega’s mondjesmaat op de hoogte houden. Tot hij zich tenslotte helemaal vastdraait. Triest dat het zo moet gaan.
Tot zover mijn gedachte-experiment. (Of is het inmiddels toch het een complottheorie geworden?)
P.S.
Vandaag las ik dat een van de bezwaarmakers op wie de wethouder onlangs de recent opgelopen kostenverhogende bouwvertraging afschoof, dreigt met een proces wegens smaad. Van Olden kan dit alleen voorkomen door in het openbaar met zijn verdachtmakerij te stoppen.
Harry van den Berselaar
Verbeteren leefbaarheid omgeving Hinthamerstraat
De leefbaarheid in de omgeving van de Hinthamerstraat staat al langere tijd onder druk. De hoofdveroorzakers zijn in de ogen van de Wijkraad Binnenstad de talloze bezoekers van de twee coffeeshops. Er is sprake van een sterke toename van ernstige overlast in de afgelopen twee jaar.De Wijkraad is nu een petitie gestart om de bezwaren van de binnenstadbewoners nog steviger neer te leggen bij de gemeente.
Ondertekenen van de petitie kan HIER
Jubileum-film Knillis
Knillis viert 50-jarig bestaan met de documentaire Coryfeeën
Knillis bestaat dit jaar 50 jaar. Om dat jubileum te vieren is onder de naam Coryfeeën een speciale film gemaakt, die zaterdag 10 juli in de Knillispoort in première is gegaan. In deze documentaire halen oud-raadsleden van Knillis hun herinneringen op aan hun raadslidmaatschap. Dat waren Sjack Peijnenburg, Rien de la Cousine, Henny van der Heyden-Molhuysen, René van de Vorst namens zijn overleden vader Paul van de Vorst, Frits Verhees, Helma Thiers, Frans van Gaal, Nel van de Leemput, Paul Masselink, Jos Cozijnsen en Antoine Jacobs.
Knillis kwam in 1971 met 2 zetels, Louis Aarts en Herman Wijnhoven in de Bossche gemeenteraad. Dit politieke avontuur duurde tot 2018. In de begintijd stuitte de komst van die nieuwe partij op de nodige controverse. Vooral vanwege de naam, zegt Sjack Peijnenburg.
“Daar werd je op het begin op gepakt, ze vonden je niet serieus. Dat veranderde wel vrij snel, maar bij een deel van de raad en het college bleven de stekeligheden bestaan”. En ook volgens oud-raadslid Paul Masselink, was het nooit een gelukkig huwelijk tussen Knillis en de gemeenteraad.
Antoine Jacobs en Toon Rekkers zijn verantwoordelijk voor de regie. De opnames en de montage zijn gedaan door Gerry van der Eerden.
Interessante links:
Bekijk hier de film Coryfeeën
Bekijk hier het nieuwsitem; “50 jaar Knillis”, van DTV Den Bosch
Lees hier het artikel; “50 jaar Knillis met 15 verhalen van oud Knillis-raadsleden”, van Bastion Oranje
Toon Rekkers